“Bij de overheid zijn we er goed in. We werken 6 maanden aan een plan en als we klaar zijn constateren we dat de werkelijkheid is veranderd en het plan weer terug de kast in kan. Dat moet anders.”, aldus een medewerker van een ministerie tijdens een bijeenkomst over slimmer werken in de publieke sector. Dat klopt. Deze tijd met snelle veranderingen vraagt om een andere manier van werken.
Het planmatig denken is er echter bij de meeste mensen stevig ingeramd.
- Nieuw project? Zonder doorwrocht plan krijg je geen toestemming om te starten.
- Nieuwe baan? Dan moet je eerst goed bedenken wat je nu eigenlijk wil in je werk.
- Bedrijf starten? Eerst een haalbaarheidsstudie.
Hoewel voorbereiding zeker kan lonen heeft het een aantal risico’s. Het is heel makkelijk om enthousiasme te laten sneuvelen in papierwerk. Het schrijven van plannen kost veel tijd. Het duurt langer voor je aan de slag gaat. En daarmee duurt het ook langer voordat je feedback krijgt van je doelgroep, eventuele samenwerkingspartner en meedenkers. Kortom het duurt veel langer voordat je merkt of je plan ook daadwerkelijk levensvatbaar is.
Er is ook een andere manier van werken, die bovendien meer lol en energie geeft. Niet plannen en organiseren, maar experimenteren en uitproberen staan hierin centraal.
Ik noem de methode ‘spaghetti tegen het plafond aangooien’. Als Italianen willen checken of de spaghetti gaar is gooien ze het tegen het plafond. Blijft het plakken dan is het goed. Grappig genoeg is dit een officiële techniek geworden in de co-active coaching.
Met deze methode ontdek je al doende of iets werkt. Je kunt niet namelijk niet altijd van tevoren voorspellen of iets gaat werken. Dus je probeert een vraag en kijkt of het aanslaat. Zo ja, dan ga je door. Zo nee, dan pas je je aan en probeer je iets anders. Het voordeel van deze manier van werken is dat je heel snel feedback krijgt of iets werkt of niet.
Deze manier van werken wordt tegenwoordig in allerlei sectoren gebruikt. Dyson heeft zijn succesvolle stofzuiger niet in één keer ontwikkeld. Er zijn wel 5000 prototypes geweest, die ze telkens in de praktijk hebben laten uittesten, waardoor ze steeds beter rekening konden houden met de wensen van de gebruikers. Deze manier van werken is voor hen een ‘unique selling point’. Ook in het maatschappelijk werk wordt deze methode wel gebruikt. De makers van een programma voor families gingen met hun idee de straat op om er bekendheid aan te geven. Gaandeweg leerden ze steeds beter welke mensen ze het beste konden aanspreken en welke argumenten het meeste gehoor vonden.
Het leuke aan het gooien met spaghetti is dat het ook een beetje ondeugend is. Er zit iets van kinderlijk plezier in. Je maakt je er niet druk over dat de keuken vies wordt. De lol zit hem in het koken en niet in het resultaat. Dat ondeugende plezier weerspiegelt voor mij precies de innerlijke houding die experimenteren tot een succes maakt.
Wil jij een met een (groots) nieuw plan aan de slag? Kijk dan eens of je de pakken papier en plannen over kant slaan en met je idee op de achterkant van een bierviltje aan de slag kunt gaan. Zo ontdek je snel wat aanslaat en kun je daarop doorbouwen.