Betekenisvol werk in de wetenschap: van ivoren toren naar impact
Betekenisvol werk doen is voor veel universitair docenten en andere kenniswerkers heel belangrijk. Toch is er voor veel mensen een knagende twijfel. Hoe zinvol is het eigenlijk wat ik doe? In dit artikel het verhaal van Esther en hoe zij haar onderzoek meer impact geeft.
Esther, universitair docent, komt naar mijn praktijk met een knagend gevoel. ‘Ik mag eigenlijk niet klagen,’ zegt ze voorzichtig. ‘Ik heb eigenlijk gewoon een leuke baan als universitair docent, maar het voelt steeds meer als herhaling. Ik doe interessant onderzoek, maar het blijft theoretisch. Hoe zinvol is het echt?’ Soms voelt het alsof ze in een ivoren toren zit, terwijl er in de wereld zoveel speelt – oorlog, armoede. Ze zou graag echt iets willen bijdragen, maar ja, hoe? Ze heeft er al eindeloos over nagedacht, en de initiatieven die ze tot nu toe heeft genomen willen niet echt van de grond komen. ‘Misschien moet ik accepteren dat ik een ivoren toren-wetenschapper ben,’ overweegt ze, ‘of zien dat wat ik doe, zoals jonge mensen opleiden, al betekenis heeft.’
Zinvol werk doen in de wetenschap
Esther’s twijfel over de betekenis van haar werk is geen uitzondering. Veel professionals in de wetenschap – en daarbuiten – vragen zich af of hun werk werkelijk bijdraagt aan de maatschappij. Het gevoel vast te zitten in routines zonder echt impact te maken sluimert bij veel mensen. In tijden van wereldwijde uitdagingen zoals ongelijkheid en klimaatcrises groeit de behoefte om betekenisvol bij te dragen, maar vaak ontbreekt het aan een duidelijk pad om dit te verwezenlijken. Dus vragen mensen in mijn praktijk zich af: Hoe maak ik mijn academische werk betekenisvoller voor de maatschappij? Moeten ze een andere richting inslaan? Een andere baan overwegen? Of nieuwe projecten starten?
Hoe zelfkritiek je academische impact kan beperken
Terwijl Esther in ons gesprek hardop denkt en puzzelt, merk ik hoe ze zichzelf voortdurend op de kop zit. Haar innerlijke saboteur fluistert voortdurend: ‘Wie ben jij om ineens een andere richting in te slaan? Wat is überhaupt betekenisvol werk voor jou? Meer praktisch onderzoek? Anderen doen dat al, hebben uitgebreide projecten en subsidies, dat gaat jou toch niet lukken.’ Het is een stem die niet alleen remt, maar ook eisen stelt: je moet het antwoord al weten, je moet gewoon beter je best doen. Deze kritische stem kan gemakkelijk de boel saboteren, en als dat blijft doorgaan, wordt elke stap een strijd. Het herkennen van deze innerlijke saboteur is daarom een belangrijke eerste stap, zodat die niet in de weg blijft staan op weg naar betekenisvolle keuzes.
Wat voor Esther ontzettend verhelderend was (en wat ik heel vaak merk in mijn praktijk), was de erkenning dat ze hierin niet alleen staat. Veel mensen worstelen met dezelfde vragen. Er spelen grote maatschappelijke vraagstukken, en niemand heeft de antwoorden zomaar voor handen. We leven zelfs in wat sommigen ‘liminal space’ noemen – een overgangsfase waarin het oude wordt afgebroken en het nieuwe nog niet duidelijk is.
Het is bijzonder dat Esther en veel van mijn klanten zo gemotiveerd zijn om zinvol bij te dragen aan de wereld om hen heen. En daarin zijn we op een bepaalde manier allemaal zoekende naar manieren waarop dat voor ons en de wereld werkt. Maar de onzekerheid, die vinden we vaak lastig om te verdragen. Veel professionals zijn getraind om snel de antwoorden paraat te hebben, en als je dat dan niet hebt, is dat een heel ongemakkelijk gevoel. Maar als we dat gevoel uit de weg gaan, blijven we doen wat we deden en in hetzelfde kringetje rondlopen.
De waarde van ongemak: leren omgaan met onzekerheid en betekenisvol werk doen
In ons gesprek kwamen we erop uit dat het goed is om die innerlijke drive serieus te nemen, ook als er niet meteen een antwoord is. Bij dit soort vraagstukken gaat het er misschien niet om om meteen een oplossing te vinden, maar om de vraag te onderzoeken, te kijken wat je wilt en wat er nodig is. En vooral ook om de capaciteit te ontwikkelen om jezelf ongemakkelijk te voelen, om jezelf toe te staan even verdwaald te zijn, te onderzoeken en daarin verbinding te zoeken met anderen, bijvoorbeeld door erover te praten.
Na afloop hebben we meer helderheid en inzicht en dat geeft rust in alle onrust.
Dit verhaal is gebaseerd op vraagstukken uit mijn praktijk, maar natuurlijk is het voorbeeld geanonimiseerd om de privacy van mijn cliënten te waarborgen.